Samenwerkingsverbanden krijgen bekostiging voor lichte en zware ondersteuning bedoeld voor de materiële instandhouding en de personeelskosten. Dit bedrag mag uitsluitend worden besteed aan de kosten voor de materiële instandhouding en de personeelskosten die samenhangen met de inrichting van de ondersteuningsstructuur binnen het samenwerkingsverband. Hoewel een taalachterstand een specifieke onderwijsbehoefte is die vraagt om specifieke ondersteuning, valt deze buiten de scope van passend onderwijs en mag daarom niet vanuit de middelen passend onderwijs worden bekostigd.
Middelen beschikbaar bij scholen en gemeenten
De Memorie van Toelichting bij de Wet passend onderwijs zegt daarover het volgende: “Dit betekent dat de zorgplicht niet van toepassing is op leerlingen die bijvoorbeeld alleen een taalachterstand hebben en extra ondersteuning nodig hebben om die achterstand in te lopen. Voor de bestrijding van achterstanden zijn middelen beschikbaar bij de scholen en bij de gemeenten.”
Binnen het primair en voortgezet onderwijs kan het onderwijs aan anderstaligen op verschillende manieren vorm krijgen, inclusief specifieke bekostiging. Het gaat daarbij om leerlingen die de Nederlandse taal niet of nauwelijks spreken, zoals onder andere asielzoekers, vluchtelingen, kinderen die naar Nederland zijn gekomen in het kader van gezinsherenigingen en minderjarige vreemdelingen. Alleen als deze leerlingen naast hun taalachterstand een ondersteuningsbehoefte hebben die door het bevoegd gezag aangemerkt wordt als extra ondersteuning (ondersteuning die de basisondersteuning overstijgt), dan kan het schoolbestuur hiervoor de middelen of mogelijkheden van passend onderwijs inzetten.
Inspectie houdt toezicht op financiële rechtmatigheid
Binnen het toezicht op de samenwerkingsverbanden onderzoeken en beoordelt de Inspectie de financiële rechtmatigheid. Zij baseren zich hierbij op de bevindingen van de instellingsaccountant. Daarnaast speelt aanvullende informatie een rol, zoals signalen. Het besteden van middelen passend onderwijs aan het bestrijden van taalachterstanden kan een signaal zijn van mogelijke onrechtmatige besteding van de middelen. Als de Inspectie, na nader onderzoek, vaststelt dat er sprake is van een onrechtmatige situatie, dan moet het bestuur dit duurzaam herstellen en vorderen zij de onrechtmatig bestede bekostiging terug.
Bron: Inspectie van Onderwijs