Als gevolg van de coronacrisis past de Inspectie van het Onderwijs de werkwijze rond de beoordeling van de onderwijsresultaten aan. Scholen worden in het schooljaar 2021/2022 niet beoordeeld op de resultaten en er vindt geen publicatie plaats van de onderwijsresultatenoverzichten op onze website. Op deze pagina leest u wat dit precies betekent voor onderzoeken, oordelen en publicatie van berekende oordelen van onderwijsresultaten.
In onze oordelen houdt de Inspectie nu ook al rekening met de omstandigheden, bijvoorbeeld ten aanzien van onderwijstijd. In 2021 en 2022 doen zij dat ook ten aanzien van de onderwijsresultaten. De coronacrisis beïnvloedt immers deze resultaten, en deze invloed ligt voor een deel buiten de invloedssfeer van besturen en scholen.
Geen oordeel, wel analyse resultaten
Leerlingen hebben recht op goed onderwijs en besturen en scholen hebben recht op een fair oordeel. Normaal gesproken worden de gemiddelde onderwijsresultaten van 3 jaar bekeken. Dat zou nu geen fair oordeel opleveren. Daarom geeft de Inspectie het komend schooljaar (2021/2022) geen oordelen op de onderwijsresultaten (standaard OR1 uit het onderzoekskader van de inspectie).
Geen publicatie op website
Er komt in 2021 geen publicatie van de bekende overzichten van onderwijsresultaten op de website van de Inspectie. De coronacrisis heeft, zoals eerder gezegd, invloed op de onderwijsresultaten en maakt interpretatie van deze gegevens moeilijk. De onderwijsresultaten worden wel ter beschikking gesteld voor de besturen en scholen in het Internet Schooldossier (ISD).
Onderzoek bij risico’s
De Inspectie blijft de onderwijsresultaten ook komend schooljaar nauwgezet volgen. Het gaat immers om een cruciale deugdelijkheidseis. Ze nemen de onderwijsresultaten mee in de risicodetectie. Waar risico’s gesignaleerd worden, wordt ook in schooljaar 2021/2022 risicogericht kwaliteitsonderzoek uitgevoerd. Dit kan op school- of afdelingsniveau nog steeds leiden tot het oordeel Onvoldoende of oordeel Zeer zwak. Bij dit oordeel tellen de onderwijsresultaten niet mee.
Daarbij is van belang dat scholen die mede op basis van de onderwijsresultaten risico’s laten zien, te zijner tijd kunnen aanhaken bij het Nationaal Programma Onderwijs na Corona. Besturen en scholen met resultaten die zorgelijk zijn, konden bovendien ook voor de Covid-crisis al deelnemen aan het programma ‘Goed worden goed blijven’ (primair onderwijs) of ‘Leren verbeteren’ (voortgezet onderwijs) met de daarbij behorende monitoring.
Scholen die het oordeel ‘zeer zwak’ of ‘onvoldoende’ hebben, kunnen zich in het schooljaar 2021-2022 verbeteren, ook al geeft de inspectie geen oordeel over de onderwijsresultaten. Voorwaarde is dat de Inspectie geen risico’s ziet in de kwaliteit van het onderwijsproces en de borging daarvan.
Attenderings- en waarschuwingsbrieven
In de afgelopen jaren verstuurde de Inspectie aan besturen attenderings- en waarschuwingsbrieven voor dalende onderwijsresultaten en een groot verschil tussen de cijfers voor het schoolexamen (SE) en het centraal examen (CE).
Vanaf 2021 stopt de Inspectie met het versturen van brieven voor dalende onderwijsresultaten. Dit is in lijn met het bestuursgerichte toezicht, dat met het nieuwe Onderzoekskader 2021 een extra impuls krijgt.
Daarnaast ontvangen besturen in 2021 ook geen attenderingen of waarschuwingen voor een groot verschil tussen het SE en het CE. Aangezien in 2020 geen centrale eindexamens hebben plaatsgevonden, is dit gegeven voor 2020 immers niet beschikbaar. Gezien de wettelijke grondslag voor handhaving door de inspectie op een (zeer) groot verschil SE-CE, pakken we dit weer op zodra er nieuwe gegevens zijn voor het verschil SE-CE.
Waardering goed
Verder zal het in het schooljaar 2021/2022 mogelijk blijven om de waardering Goed aan te vragen. Normaal gesproken is daarvoor nodig dat de school minimaal het inspectieoordeel Voldoende krijgt op de onderwijsresultaten. Dat kan komend schooljaar niet, dus ook hierbij geldt als voorwaarde dat de inspectie in een integrale weging op basis van haar onderzoekskader geen risico’s ziet.
Zicht op resultaten belangrijk
De Inspectie vindt het belangrijk dat scholen en besturen zelf zicht blijven houden op de resultaten. In de eerste plaats in het belang van de individuele leerlingen. In de tweede plaats zodat er op school- en bestuursniveau een analyse gemaakt kan worden om vast te stellen welke maatregelen er eventueel nodig zijn om achterstanden weg te werken.De Inspectie gebruikt de onderwijsresultaten onder meer om tot een landelijk beeld komen, dat beleidsmakers kunnen gebruiken om plannen te maken.
Doorwerking in de volgende jaren
Een belangrijke vraag is hoe het niet geven van oordelen op de onderwijsresultaten in het schooljaar 2021/2022 doorwerkt in volgende jaren. Dat hangt voor een deel af van hoe de pandemie zich verder ontwikkelt. De aanpassing van het toezicht op de onderwijsresultaten geldt vooralsnog voor het schooljaar 2021/2022. De Inspectie werkt op dit moment aan een meerjarige aanpak van de oordelen die zij verbindt aan de onderwijsresultaten.
Bron: Inspectie van Onderwijs